Schakelaars: Arie Kamperman

Dit is Arie Kamperman, 64 jaar oud. Arie woont samen met Karron in Almere. Arie is een behulpzame en vrolijk man die vol humor zit.

In het dagelijks leven doet Arie vrijwilligerswerk in het Flevoziekenhuis in Almere en hij werkt als publieksbegeleider in het P!T museum in Almere. Dit is het nationaal veiligheidsmuseum waar je echt alles kunt bekijken en leren over de historie van politie, ambulance en brandweer. Voordat hij vrijwilligerswerk ging doen, was Arie chemisch analist. Helaas is hij werkloos geraakt, maar weet hij zijn tijd goed te vullen met dit vrijwilligerswerk.

Vanaf 1 november 1984 is hij al lid van De Schakel. Daarvoor heeft hij nog twee jaar gespeeld bij de vereniging ‘Willen is Kunnen’ (WIK) in Hilversum, waar hij mee stopte toen zijn zoon was geboren. Door een verhuizing werd Geert de Vries zijn buurman. Geert speelde in die tijd bij De Schakel en zo is het gekomen dat ook Arie zich aansloot.

De eerste keer dat Arie op het toneel stond, was zenuwslopend. Hij zegt daar zelf over: ‘Ik scheet bagger, maar het was zo leuk om mensen aan het lachen te maken dat de zenuwen gauw weg waren’. Zeker in de beginjaren speelde Arie veel in komedies, wat hem erg goed lag.

Aan veel stukken bewaart Arie goede herinneringen; ‘De geboren leugenaar’, ‘De grote dag van Olivier Pankey’, maar het huzarenstuk is toch wel ‘Scrooge’. Dit was e

Arie op locatie tijdens STOL 2017

en kerststuk met muziek en zang. In eerste instantie zou Arie de coördinatie verzorgen tussen de zangers en het orkest. Echter, slechts 4 weken voor de voorstelling kreeg Nico Marée (die de hoofdrol zou spelen) hartklachten en mocht niet spelen van de arts. Arie is toen in die rol gestapt en heeft hij in slechts 4 weken tijd, met veel hulp van alle spelers (extra repetities), de tekst en liedjes geleerd. Het resultaat was een fantastische uitvoering.

Verder bewaart Arie warme herinneringen ‘Pastinaak roze’. Een prachtige eenakter; Arie zijn eerste monoloog. Hij zegt daar zelf over: ‘Ik had zoiets nog nooit eerder gedaan. Het was zo mooi om alleen on stage te staan en een stuk te vertolken met een lach en een traan. Het stuk duurde maar 20 minuten lang, maar ik heb nog nooit zo genoten.’

Natuurlijk is er in de lange toneel carrière van Arie ook wel eens iets fout gegaan. Een stressmomentje was bijvoorbeeld die ene keer dat het gehuurde decor onder water stond in de opslag in het land van Maas en Waal. Of die keer dat Monique in de week voor de voorstelling haar middenvoetsbeentje brak en in het gips moest. Dat werd dan even snel een scene ombouwen, omdat Monique niet zoveel mocht lopen, en al helemaal niet kon dansen. Maar dat zijn dingen die typisch horen bij De Schakel, volgens Arie: ‘Er gebeurt altijd wel wat, maar we komen er ook altijd wel weer uit.’

Arie in “Een trouwring mag niet knellen” (2016)

Toneelspelen is voor Arie een mooie uitlaatklep. Hij vindt het leuk om in de huid van een ander te kruipen en eens andere dingen te doen en te zeggen. En als hij de mensen dan ook nog aan het lachen kan krijgen, dan is zijn missie helemaal geslaagd. Arie geniet ook altijd wel van de repetitieperiode. Waar hij wat minder van geniet is van het opbouwen van het decor op de dag van de voorstelling. Dit komt omdat hij dan toch best gespannen is. En als het dan allemaal niet opschiet, of er gaan dingen fout, dan kan het best zo zijn dat de immer vrolijke Arie op zulke dagen een kort lontje heeft.

In het dagelijks leven gebruikt Arie zijn toneelvaardigheden wel eens als hij een presentatie moet geven voor een groep. Dan kan Arie heel goed zijn ‘toneelgezicht’ gebruiken en dat scheelt een stuk in de zenuwen. Aan de andere kant zegt hij hierover: ‘Toneel spelen is leuk, maar laat het op toneel. Je moet het niet te vaak gebruiken in je dagelijks leven, want dan ben je eigenlijk

niet eerlijk tegenover anderen en tegenover jezelf. In the end kan het tegen je worden gebruikt. Dus blijf eerlijk en laat toneelspelen waar het hoort: in het theater.’ Het lidmaatschap bij De Schakel heeft Arie veel gebracht, zo ook de liefde van zijn leven.

Voor de toekomst zijn Arie zijn plannen helder: Hij wil 105 jaar oud worden en zoveel mogelijk gaan reizen als de tijd daar rijp voor is.

Geef een reactie