In de rubriek “Zina’s Reisgenoten” leren we de gastspelers en figuranten van Zina’s Reis beter kennen. Wie zijn ze? Waar komen ze vandaan? Wat houdt ze bezig? En hebben we misschien meer gemeen dan je zou verwachten?
Even voorstellen: Dit is Ubada. Ubada is 15 jaar en komt uit Syrië. Hij speelt Samir in de voorstelling Zina’s reis, de jongen die met zijn moeder (Zina) is gevlucht.
Ubada is nu 3 jaar in Nederland. Hij heeft gelukkig niet echt hoeven vluchten uit Syrië. Ubada heeft namelijk de Nederlandse nationaliteit. Hij is geboren in Curaçao. Daar heeft hij 3 jaar gewoond. Van de eerste drie jaar van zijn leven in Curaçao kan hij zich niet heel veel meer herinneren. Hij heeft alleen nog wat herinneringen aan het huis waar zij woonden.
Op zijn derde is hij met zijn ouders, 3 zussen en 1 broer naar Syrië gegaan. Daar heeft hij tot drie jaar geleden een redelijk prettig leven gehad. Hij ging daar naar school, speelde voetbal en hield daar van zwemmen. Ook hielp hij zijn vader in de bakkerij die zij hadden.
Omdat zijn ouders het niet meer veilig vonden in Syrië, besloten zij om naar Nederland te emigreren. Er waren in Syrië veel problemen; het was oorlog, je kon maar weinig eten kopen en het eten wat er was, dat werd heel duur verkocht. En je kon per dag maar 2 uur elektriciteit gebruiken. Niet echt hele prettige leefomstandigheden dus. Het gezin heeft niet hoeven vluchten zoals Zina in het toneelstuk, maar omdat zijn moeder niet de Nederlandse nationaliteit had, moesten zij wel eerst met het hele gezin in een asielzoekerscentrum wonen. Daar hebben zij twee jaar gewoond.
In het AZC heeft Ubada Nederlands geleerd. Toen hij redelijk Nederlands sprak is hij hier in Nederland naar school gegaan.
Nu woont Ubada in Naarden. Hij gaat overdag natuurlijk naar school en hij speelt voetbal op vrij hoog niveau (team B2). Hij is alleen nog niet gescout voor Ajax, maar dat komt misschien nog. Kwestie van tijd, hopen we dan maar. Binnenkort start Ubada met werken bij Albert Heijn, om een zakcentje bij te verdienen.
Ubada vindt het heel leuk om mee te spelen in het toneelstuk Zina’s reis. Eerst was het vooral spannend, maar nu krijgt hij steeds beter contact met de mensen van De Schakel. Ook met zijn tegenspeler (Johan in het stuk), vindt hij het erg prettig.
Na dit stuk, zou hij best verder willen gaan met toneel, maar, zo zegt hij heel bescheiden ‘alleen als de mensen mij goed genoeg vinden.’
Hij vindt het lastig om te wennen aan het Nederlandse weer; dan is het weer warm, dan weer koud, dan regent het weer…. Je weet nooit waar je aan toe bent hier in Nederland. Wat dat betreft hadden zijn ouders misschien beter kunnen beslissen om weer terug te gaan naar Curaçao. Aan de andere kant; over het algemeen vindt hij de Nederlanders erg aardig. In het begin was het wennen, maar nu heeft hij echt leuke vrienden op school en op voetbal.
Ubada’s toekomstdromen liggen toch wel in de voetbalwereld. Hij zou het fantastisch vinden om later een professioneel voetballer te worden. Of piloot …. Of programmeur. Ach…. hij ziet het wel.
Wat hij wel zeker weet is dat hij later op vakantie wil naar Dubai en zeker nog eens terug wil naar Curaçao.