Spelers “Allo Allo” aan het woord over het stuk, hun rol en de repetities

Ik ben René Artois, trotse eigenaar van Café René in het dorpje Nouvion in het door oorlog verscheurde Frankrijk. Iedere ochtend open ik mijn café met de hoop op een rustige dag. En iedere ochtend wordt die hoop binnen vijf minuten verpletterd. De Duitsers marcheren binnen, het verzet fluistert over geheime missies en ondertussen probeer ik mijn vrouw Edith ervan te overtuigen dat ik niet vreemdga, terwijl de dames in mijn café druk bezig zijn het tegendeel te bewijzen.

U begrijpt: ik heb het druk. Zeer druk. Toch blijf ik glimlachen, met een glas wijn in de hand en de illusie dat ik alles onder controle heb. Men noemt mij soms een held, maar geloof me: ik ben slechts een overlever met een goed gevoel voor timing. En nu wordt mijn ellendige bestaan ook nog eens nagespeeld, alsof het allemaal nog niet genoeg is!

Op 20 december verhuist Café René naar het Spant in Bussum. Zij noemen het een “komedie”. Ik noem het eerder een reconstructie van mijn zenuwinzinking. Dus kom lachen om mijn ongeluk, bewonder mijn charmante wanhoop en geniet van de chaos vol accenten, verzetsplannen, schilderijen met… nou ja, rondingen, en een cafébaas die gewoon probeert niet te worden doodgeschoten vóór sluitingstijd.

Gelukkig speel ik mezelf niet. Die rol en eer is aan Erwin uit Huizen, een dappere ziel die mijn paniek, mijn charme en mijn wanorde tot leven wekt. Hij zegt dat hij het een “geweldige uitdaging” vindt, maar ik vermoed dat hij soms vooral medelijden met me heeft. Als hij zucht, struikelt en toch charmant blijft glimlachen op het toneel, denk ik: ja, dat is mijn leven.

Want René spelen is geen rol, het is topsport. Veel tekst, emoties, chaos, elke scène is een race tegen de klok, elke grap schuilt achter een laag van paniek en ernst. Het is een zenuwslopende achtbaan van geheimen en situaties waarmee ik me doorgaans met de grootste kluchtigheid in de nesten werk.

Dus, dames en heren, kom kijken. Zie hoe ik, of liever gezegd wij, het hoofd boven water houden terwijl Duitsers mijn wijn drinken en het verzet plannen smeedt in de keuken. Luister hoe Edith zingt alsof ze auditie doet voor een bombardement, hoe Michelle van het verzet haar plan uitlegt (slechts één keer!) en hoe ik probeer te overleven zonder dat iemand ontdekt wat ik nu eigenlijk aan het doen ben.

Een avond vol lachsalvo’s, nostalgie en een vleugje romantiek. Ik zal er zijn, met mijn snor, mijn zenuwen en mijn wijn. En Erwin? Die ook, hij heeft tenslotte beloofd mijn rol met volle overtuiging te spelen… tot de laatste druppel.

Hallo, ik ben Anne-Claire, ik vind het mooie aan dit stuk dat het vol zit met humor en tegelijkertijd gaat het over de oorlog en voel je de spanning en de triestheid er doorheen.
Bonjour, ik ben Yvette, ik ben klaar met deze oorlog maar ik zal vechten in dit café tot ik er dood bij neer val. En ik zal René liefhebben en voor mij winnen tot ik er dood bij neer val. Gros bisou!

Ik ben Mimi, klein van stuk. Ik lijk misschien heel lief en schattig en dat kan ik ook wel zijn, maar o wee als je me boos maakt! Ik werk in het café van René en ik ben gek op hem. Hij ook op mij, maar dat mag z’n vrouw natuurlijk niet weten.

Wil je weten hoe dit allemaal gaat aflopen? Kom 20 december naar Spant! om dit mee te maken en om te zien hoe gaaf het is wat we samen allemaal kunnen bereiken!

In ‘Allo, Allo’ mag ik de rol van Michelle vertolken. Michelle is de leider van het verzet en een vastberaden vrouw. Ze heeft een duidelijk doel voor ogen – Frankrijk redden – en gaat daar ook voor. In haar weg om dat doel te bereiken zet ze alles en iedereen in en weet ze menigeen te mobiliseren. Ze lijkt zich daarbij niks aan te trekken van sociale conventies en gedraagt zich dan ook best ‘vreemd’.

Ik vind het ontzettend leuk en inspirerend om in de huid van Michelle te kruipen; om me in te leven in haar denkwereld en manier van omgaan met mensen. Zij leert mij dat je je eigen doelen kan en mag nastreven en daar andermans hulp voor kan inschakelen. En dat dat extra leuk is om te doen wanneer je je af en toe buiten de gebaande wegen begeeft.

Herr Flick, wie kent hem niet, haalt alles uit de kast om met zijn vele talenten Helga voor zich te winnen. Als speler is het een hele uitdaging om die verschillende kwaliteiten goed over te laten komen op het publiek. Maar gelukkig heb ik fijne medespelers en een regisseur die er voor zorgen dat ik meer uit mezelf kan halen dan ik zelf voor mogelijk heb gehouden. Stiekem hoop ik dat Herr Flick zijn Helga ten huwelijk vraagt en dat daar heel veel kleine Flikjes van komen.

Wat een genot om weer met elkaar aan een nieuwe voorstelling te werken en om in december hier weer mee in ’t Spant te mogen staan! We blijven in het oorlogsthema dat we voor dit jaar hebben gekozen, maar het thema is dan ook de enige overeenkomst met ons vorige stuk. Daar waar ik in ‘Na de vrede’ nog hele Bijbelteksten citeerde, sta ik nu op de planken als Helga Geerhart in de doldwaze komedie “Allo, Allo”. Een compleet andere rol in een compleet ander genre. Als Helga weet ik heel goed wat ik wil en ook hoe ik het kan bereiken. Ik schuw daarbij niet mijn vrouwelijke charmes in de strijd te gooien en wind de mannen om mijn vinger. Onder leiding van Martijn de Blaeij, die we hier speciaal voor ingevlogen hebben, hebben we ontzettend veel plezier bij de repetities, leren we heel veel en weet ik zeker dat we een fantastische voorstelling neer gaan zetten!

Na ruim 2 jaar niet meer gespeeld te hebben, dient zich een leuk stuk aan: “Allo, Allo”, bekend van de televisie-serie, waar ik de kans krijg een leuke rol in te spelen. Na de leesrepetitie wordt het uiteindelijk de rol van Kurt von Strohm. Een Duitse officier, die eigenlijk niet zoveel met de oorlog heeft en qua karakter wel een goedlachs mens is. Maar als men aan z’n “territorium” komt, kan hij ook best wel fel zijn. Door in opdracht van de regisseur een profielschets te presenteren, ga je je langzaam verdiepen in je personage.

En dan begint het hele proces weer van voor af aan. En dat vind ik nou net het boeiende van het toneelspelen. Het is net het nieuwe schrift op school: Blanco! Je kunt geen facet van het hele proces overslaan; je gaat lezen, je probeert alvast het hele verhaal te bevatten, maar dat gaat echt in etappes. Langzaam wordt duidelijk hoe het stuk in elkaar zit en krijg je de verhouding van de personages tot elkaar in de gaten. En dan de vloer op en dan ben je afhankelijk van je medespeler en blijkt al gauw dat je een gezamenlijke passie hebt. Ook zij zijn aan het proces tot aan de voorstelling vol enthousiasme begonnen.

Het leuke tijdens de zoektocht is het ontdekken dat er raakvlakken zijn tussen jouzelf als mens en het personage dat je speelt. Soms zijn er facetten die je helemaal niet herkent en moet je flink improviseren, maar andere keren kom je “bekende situaties” tegen uit je eigen leven en past een bepaalde emotie heel goed bij je eigen karakter. Het uitdagende is natuurlijk dat je aansluiting zoekt bij je medespeler en door de verschillende scenes in dit stuk lijkt het wel of er alleen maar opmerkelijke types in dit stuk zitten, die ieder op hun eigen wijze zich kunnen presenteren en succes behalen, mits de timing ook in orde is. Dat is in dit stuk natuurlijk essentieel en best een behoorlijke uitdaging. Maar als dat dan lukt, en daar gaan we vanuit, krijgt het publiek vermakelijke tafrelen te zien, die naast de komische kant ook best serieuze kanten kennen.

Ik bent het, LeClerc. Als gepensioneerd horlogemaker zet ik me in voor Michelle… ik bedoel… het Verzet. Ik bouw ingenieuze radio’s en ben een meester in vermommen. U zult me niet herkennen in het theater. Maar ik zal het u vertellen… Ik ben het, LeClerc! Met mijn onopvallende postuur ben ik de aangewezen persoon voor deze rol. Met subtiele vermommingen herkent niemand me.

Een jaar geleden mocht ik, ondanks mijn nul-komma-nul ervaring,  ‘op proef’ aansluiten bij een improvisatie-theater vereniging. Twee maanden later zei men mij dat ik weliswaar een aardige vent was, maar (nog) niet aan hun hoge eisen voldeed. Ze vroegen mij om eerst elders wat meer te gaan oefenen en dan vooral over een jaar of twee terug te komen. Balen, want veel toneelverenigingen met of zonder improvisatie kon ik niet vinden.

In maart van dit jaar kwam “De Schakel” op mijn pad. Geen improv, en (toen nog!) een kleine vereniging, maar misschien toch ook wel leuk om eens te proberen…

Na in de aanloop naar de voorstelling in mei (“Na de vrede”) te hebben geholpen als souffleur en assistent-technicus kwam in de zomer de tijd om te zien of het mij lukte om niet alleen zinnen uit m’n hoofd te leren, maar ook een liefst geloofwaardige Duitse generaal op de bühne te zetten.

Ik verwacht zo langzamerhand eigenlijk wel dat dat gaat lukken. Of het écht zo is, dat mag u zelf komen beoordelen op 20 december. Voorlopig is voor mij elke repetitie een avond vol plezier en humor.

Misschien ga ik nog wel eens een leuke improvisatie cursus doen. Maar ik weet zeker dat ik niet naar die improv-club terug ga over een jaar.

Na een succesvol Schakeldebuut in ‘Na de vrede’ sta ik opnieuw tegenover de nazi’s in “Allo, Allo”. Dit keer niet als een pastoor met principes, maar als agent Crabtree. Hij is ervan overtuigd succesvol te zijn in zijn undercovermissie, maar daar zijn de meningen over verdeeld. Zo denkt Crabtree er zelf over:

“Goedemeurgen. In ‘Allo, Allo’ heb ik een heel andere ril dan in het vorige stok. ‘Na de vrede’ was heel zere neus, dit stok lijkt meer op een klocht. Maar ik vat mijn took niet lucht op! Als Brotse agont ben ik uitgezonden naar het derp van Ronnie. Ronnie vent mijn Frons niet goed genoeg, maar tiet op houden heeft geen mons geklaagd.

Ik sta aan de zeike van Micholle en het verzit. Wij helpen Ronnie bij het verborgen van konst, beschermen informonten en rochelen explosieven. Daarom ben ik mier op de achtergrond actoef. Samen laten we de muffen een papje ruiken!”

Mijn naam is Barry Randsdorp en dit jaar kreeg ik de bijzondere kans om mee te spelen in het toneelstuk “Allo, Allo” en speel ik Alberto Bertorelli. Dat bleek een grotere uitdaging dan ik had verwacht. Bertorelli is flamboyant, luidruchtig en vol van zichzelf, terwijl ik normaal gesproken meer op de achtergrond blijf. Het spelen van zo’n extraverte persoonlijkheid ligt ver buiten mijn comfortzone. Toch merk ik dat juist dát de rol interessant maakt: ik word gedwongen om uit mijn veilige houding te stappen en een kant van mezelf te laten zien die ik anders nooit zou tonen.

Het stuk zelf heeft daarnaast nog een bijzondere lading. Het is namelijk de afsluiter van het herdenkingsjaar van 80 jaar vrijheid. Terwijl we lachen om de gekke situaties en kleurrijke personages, staat er op de achtergrond altijd een belangrijke boodschap: hoe waardevol vrijheid is, en hoe bijzonder het is dat we dit samen kunnen vieren en herdenken.

En zo sta ik dan als Alberto Bertorelli op het toneel — een beetje onwennig, maar met trots, humor en een diepe waardering voor de vrijheid die we vandaag de dag hebben.

Ik ben Jacqueline en ik mag Edith spelen. Dit is een heerlijke rol: Edith is zowel onnozel als een ‘liefde-is-blind’-type, maar ook heldhaftig en zeker kleurrijk. Oftewel: geen saaie rol! Het ene moment stomverliefd en het andere moment bazig of uitbundig. Hier kan ik veel in kwijt. Edith beheert samen met haar geweldige echtgenoot René het café in Nouvion. Tegenwoordig zit ons café wel vol met Duitsers en daarom moeten we voorzichtig zijn. Stiekem steun ik het verzet: Vive la France! En soms trakteer ik de klanten op mijn cabaret. Verzoekjes?

Ik ben Isabelle Schneiders en ik mag de rol vertolken van luitenant Grüber. Een hele uitdaging omdat de rol oorspronkelijk was geschreven voor een man en nu omgevormd moest worden naar een vrouwenrol. Er was in de jaren 80 toen “Allo Allo” werd uitgezonden minder aandacht voor zaken waar we nu (terecht) respectvoller mee om willen gaan. Onze regisseur heeft, in overleg met mij, het personage in een nieuw, fris 2025-jasje gestoken, zonder afbreuk te doen aan de oorspronkelijke Gruber.

Het stuk wordt gespeeld tijdens het herdenkingsjaar 80 jaar vrijheid. Dit maakt me nog bewuster van het feit dat het een grote luxe is om vrijheid te hebben. Vrijheid zorgt ervoor dat wij kunnen kiezen op welke manier wij ons leven willen leiden. Dit is iets om heel dankbaar voor te zijn.

Ook Frau Grüber stelt zich nog even voor: “Gutenabend, mein naam ist Frau Oberleutnant Grüber en mijn opdracht is de geallieerden tegen te houden in Nouvion. Dit is geen eenvoudige aufgabe. Generaal von Schmelling geeft mij de bevelen, maar stiekem neem ik de belangrijke beslissingen, want mijn échte missie is: René Artois – de unglaublich aantrekkelijke café eigenaar – er van te durchdringen dat ik de enige, echte Frau voor hem ben. Het is viel werk, maar ik heb er alles voor over, er gaat mij nichts zu ver! Ook al moet ik dafur die Franse Seite kiezen.

Het is een beetje fremde bedoening daar in Café René. Ook nogal druk en chaotisch … maar nichts en werkelijk nichts kan mij van mijn fornahmste missie afbrengen! René en ik worden namelijk sehr verliebt en glucklich zusammen. Dat weet hij nog niet, maar dat komt ganz gut.”

Geef een reactie