Interview met regisseur Marthijn de Blaeij: Drijfveren, aanpak en liefde voor “Allo Allo”

Een gesprek over inspiratie, sensitiviteit, regiestijl en het moderniseren van klassiekers

Door Jaco Franke

Marthijn de Blaeij regisseert dit jaar “Allo Allo” bij toneelvereniging De Schakel. In dit interview vertelt hij over zijn persoonlijke drijfveren, zijn werkwijze als regisseur en zijn visie op het bewerken van een klassiek stuk voor een eigentijds publiek.

Wat drijft jou?

“Ik ben van nature iemand die graag speelt en experimenteert. Spelplezier is voor mij essentieel, zowel persoonlijk als voor anderen. Ik kom uit een familie met veel kunstenaars en ben altijd op zoek naar nieuwe inzichten en ervaringen. Routine past niet bij mij – ik wil steeds blijven ontdekken.”

Ben je een gevoelig mens?

“Ja, zeker. In mijn tijd bij de geneeskundige dienst in het leger werd gevoel vaak weggestopt. Maar sinds een jaar of tien, na een burn-out, heb ik juist geleerd dat ik erg gevoelig ben voor situaties en andermans emoties. Die sensitiviteit heeft me geholpen om mijn eigen gevoel te volgen en te accepteren.”

Wat doe je in het dagelijks leven?

“Na een tijd in het leger en op kantoor heb ik diverse opleidingen gevolgd op het gebied van theater en game design. Nu ontwerp en begeleid ik, samen met een collega, interactieve ‘applied games’ voor organisaties, van kleine tot grote groepen. Het draait altijd om betrokkenheid en beleving.”

Snelle keuzes

  • Koffie of thee? Koffie
  • Assertieve of gehoorzame spelers? Gehoorzaam
  • Schildpad of pandabeer? Pandabeer
  • Conflict of vrede? Vrede
  • Zwemmen of schaatsen? Schaatsen
  • Comedy regisseren of eten in een Michelin-restaurant? Regisseren
  • Knuffelen of handen schudden? Knuffelen
  • Theorie of praktijk? Praktijk
  • Improviseren of een stuk spelen? Improviseren

Wat trekt je aan in “Allo Allo”?

“‘Allo Allo’ keek ik vroeger thuis met mijn familie. Het was altijd gezellig samen op de bank. De serie voelde als toneel op televisie: één locatie, veel verschillende karakters en veel humor. Dat sprak me als kind al aan, want ik was toen al vaak met toneel bezig. De combinatie van nostalgie en de mogelijkheid om iets nieuws te maken, maakt het extra leuk om nu de regie te voeren.”

Beïnvloedt je bekendheid met de serie je regie?

“In het begin merkte ik dat ik geneigd was de originele serie als uitgangspunt te nemen. Maar al snel koos ik ervoor om daar afstand van te nemen en mijn eigen versie te maken. Ik wil een ‘Allo Allo’ neerzetten die past bij deze tijd en bij mijn visie.”

Hoe kijk je aan tegen het moderniseren van het stuk?

“De maatschappij verandert en sommige grappen uit de jaren 80 kunnen nu echt niet meer. Het dwingt me om anders te kijken en creatieve oplossingen te bedenken. Ik probeer te verrassen zonder te choqueren, en altijd met respect. Zo heb ik bijvoorbeeld scènes herschreven zodat ze verrassend én eigentijds zijn.”

Hoe bereid je de repetities voor?

“Ik stop elke week een spelelement of focuspunt in de repetitie – denk aan timing, stilspel of het doorbreken van de vierde wand. Vooraf ben ik soms onzeker over hoe de groep zal reageren, maar na afloop rijd ik altijd blij en vol energie naar huis. Het geeft me echt een kick.”

Hoe omschrijf je je regiestijl?

“Mijn aanpak is vriendelijk en coachend. Ik geloof dat je met vriendelijkheid en positieve benadering mensen in hun kracht zet. Tegelijkertijd ben ik duidelijk: uiteindelijk neemt de regisseur de beslissingen. Kunst maak je niet in volledige democratie, maar ik sta altijd open voor inbreng en ideeën van spelers.”

Wat moet er gebeuren om jou te laten ontploffen?

“Ik kan slecht tegen mensen die hun verantwoordelijkheid niet nemen of gaan zeuren, vooral vlak voor een voorstelling. Ik hou van zelfstandige spelers die weten wat ze moeten doen.”

Wanneer is de voorstelling succesvol?

“Ik hoop op een divers publiek en dat spelers én publiek na afloop het gevoel hebben iets te hebben geleerd over humor en luchtigheid. Daarnaast vind ik het belangrijk dat het stuk is gemoderniseerd, met respect voor deze tijd. Als mensen verrast en met een glimlach de zaal verlaten, is het voor mij geslaagd.”

Toekomstplannen

“Na dit stuk zou ik graag een eigen ‘dark comedy’ schrijven en regisseren, met ruimte voor drama en een verrassend einde. Inspiratie haal ik uit het dagelijks leven en mijn favoriete regisseur is David Fincher. Mijn notitieboek staat vol ideeën die ik ooit wil uitwerken.”

Boodschap aan spelers en publiek

“Aan de spelers: ik geniet er enorm van om met jullie samen te werken. Jullie enthousiasme en eigen inbreng maken elke repetitie tot een feestje. Aan het publiek: verwacht een verrassende, eigentijdse versie van ‘Allo Allo’. Ik hoop dat jullie net zo veel plezier beleven als wij tijdens het maken!”

Comments 1

Geef een reactie